Heb je je wel eens gerealiseerd dat het leven eigenlijk vanzelf gaat? Het leven gaat vanzelf zoals het gaat. Het leven is spontaan. In het Taoïsme heet het: Tzu-Jan, dat is het Chinese woord voor natuur, natuurlijk, dat wat uit zichzelf gebeurt. Het wordt niet aangestuurd, Jij wordt niet aangestuurd, toch? Het plopt zomaar op. Grote dingen, sterrenstelsels, kleine dingen, fijne dingen, moeilijke dingen, je ‘goede’ en je ‘slechte’ ideeën, jouw neiging om dingen te willen, jouw drang om te snoepen, te strijden, te gehoorzamen, lief te hebben en te genieten, ze komen helemaal vanzelf op. Ook jouw drang om de natuur je wil op te leggen komt geheel natuurlijk en vanzelf op.

Een grote Zenmeester legde het zo uit toen hij een lezing gaf in New York. Hij zat daar in een ceremonieel gewaad van goud, bij een soort van altaar met kaarsen erop, heel formeel en plechtig allemaal, hij gaf een lezing over Sutra. Toen begon die meester te spreken:

Helemaal vanzelf

Hij zei: “Het basisprincipe van het Boeddhisme is doelloosheid. Wanneer je een wind laat, dan zeg je niet: om 9 uur ga ik een wind laten. Het gaat helemaal vanzelf. Ha ha ha.” En het publiek, allemaal toegewijde westerse volgelingen hielden hun zakdoek voor hun gezicht en deden hun best om niet te lachen. Maar dit is dus de betekenis van iets dat vanzelf gebeurt. Zoals een wind laten, of de hik hebben of hoe jij in dit leven bent gekomen. Het gaat op een plop manier, zomaar.

Welnu, je kunt dat proces niet opleggen je kunt het proces niet verplichten om plaats te vinden, zo van: “jij móet gebeuren”, dat legt er een onmogelijke dwang op. Dat is hetzelfde als wanneer je een klein kind hebt en de familie komt langs op een verjaardag en je zet het kind midden tussen de familieleden en je zegt: hee kleine, ga jij maar eens eventjes leuk spelen hier, speel maar, nu!

Iedere artiest kent dit probleem, het is geen eenvoudig dingetje om te leren

Kun je begrijpen je dat dit heel irritant is voor een kind? Een kind vind het niet leuk dat het nu spontaan móét zijn. En dus, dit is het probleem voor iedere artiest. Want een artiest is iemand die zijn brood verdient met spelen. Of hij nu danst, of schildert of acteert of muziek maakt of wat dan ook. En hij moet door dit probleem zien heen te komen. Hij moet weten hoe je kunt spelen voor publiek. Op een specifiek moment, op afspraak. Begrijp je dat?

Het is geen eenvoudig dingetje om te leren. Maar als je het begint door te krijgen, als je de slag te pakken krijgt dan kun je het: spelen op commando. Op aanvraag. Dat is de moeilijkste les in het leven. Om een gecontroleerd ongeluk te laten plaatsvinden, georganiseerde spontaniteit te creëren.

Het spel dat wij spelen is te doen alsof wij dat niet weten

Wat er aan de hand is is dat ons geleerd is om onze geest op een bepaalde manier te gebruiken. Een manier die buiten beschouwing laat, die ontkent dat ieder van ons een opening is waardoor het complete universum als het ware uitkijkt. Zie je, het is alsof je een lamp hebt binnen in een zwarte bol en in die bol zitten gaatjes en elk gaatje is een opening waardoor het licht naar buiten komt.

Op die manier is iedere van ons in feite een gaatje waardoorheen het fundamentele licht, zeg maar het bestaan zelf naar buiten kijkt. En het spel dat we spelen is: dat wij dat niet weten. Dat je enkel maar dat kleine gaatje bent. Wij noemen dat mij, m’n ego, ik, de specifieke Jan Janssen of wie dan ook.

Het leven als een spel en de illusie van afgescheidenheid

Onze fundamentele denkbeelden  over het leven zijn gebaseerd op twee modellen: het keramisch model, dat zijn oorsprong vindt in het boek van Genesis en uitgaat van een wereld gemaakt door de Schepper. In dat model zijn wij zondaars die nederig en respectvol dienen te zijn naar de Almachtige.

Later, toen het westerse denken evolueerde, ontstond het volautomatisch model, dat uitgaat van hypotheses en redenaties en waarin we onze wil opleggen aan de wereld als iets dat buiten ons bestaat.

Deze beide modellen impliceren een afgescheidenheid tussen ‘ik’ en ‘de wereld’.

Een derde manier om de wereld te ervaren is het dramatisch model : de wereld als toneelstuk, als spel. In dat spel is er in werkelijkheid één Zelf – God, Brahman, de tao, natuur, geef het maar een naam – dat onveranderlijk is. Dit Zelf speelt alle rollen van ieder afzonderlijk wezen in heel het universum. En bovenal speelt het verstoppertje met zichzelf. Het doet er alles aan om niet ontdekt te worden, om het individu zoveel mogelijk te laten geloven in de echtheid van zichzelf, van het geconstrueerde ego. Wat een grap!

Wanneer je gewoon het gevoel kunt aanhouden dat jij die specifieke Jan Jansen of Petra Pietersen bent met jouw bepaalde rol in het leven en tegelijkertijd ook weet dat je onder dit alles in diepere zin het totale geheel bent dan krijg je een heel mooi en prettige wijze van doen. Het geeft je leven een groot gevoel van vreugde en een wonderbaarlijke harmonie als je die twee dingen gelijktijdig kunt: weten dat alle serieuze moeilijkheden in het leven een spel zijn én het spel helemaal spelen.

De ogen van iedereen

Kun je begrijpen dat hier dus niet gezegd wordt dat het slecht zou zijn of afkeurenswaardig om je eigen individuele leven bloedserieus te nemen, doodernstig en alle implicaties te hebben die daar mee samen gaan? Begrijp je dat wanneer je zo leeft als hierboven wordt beschreven, je echt een gemêleerd, swingend menselijk wezen bent, dat die twee werelden in jou samenkomen, dat ze in elkaar bewegen en dat dit een manifestatie is van de natuur?

Het is net zoiets als de vormen van de golven in de zee. Of zoals een schelp. Dat doen veel mensen ook hier op het strand van Wijk aan Zee, schelpen oprapen en meenemen. Er naar kijken, lieve hemel, is ie niet prachtig, nergens een esthetisch foutje te bekennen. Hij is gewoon perfect!

Nou vraag ik me af of die vissen naar elkaars schelpen kijken en dan zeggen: vind je haar niet een beetje dik? Ojee, die strepen zijn niet zo mooi verdeeld. Want dat is wat wij doen. Wij realiseren ons niet dat wij allemaal in ons gedrag, ons doen en laten net zo wonderbaarlijk zijn of nog mooier. Veel gecompliceerder, veel interessanter. Al die gezichten. Sommige vinden we knap en anderen vinden we niet zo knap. Maar ze zijn allemaal absoluut briljant. En de ogen van iedereen zijn juwelen die hun gelijke niet kennen. PRACHTIG.

In het speeltuintje aan de Stetweg in Wijk aan Zee leest Merei o.a. uit “Het mysterie van de hersenstam” door Tjeu van den Berk:

Disclaimer