WIJK AAN ZEE – Het huis met de indiaan langs de Zeestraat is een herkenningspunt voor iedereen op de (enige) weg naar Wijk aan Zee. Als je de indiaan ziet, ben je bijna thuis. Naast hetzelfde huis staat een joekel van een totempaal die uitkijkt over het omhekte industrie-gebied waarbinnen alles wat moet kan. Officiëel heet het industrieterrein IJmond, beter bekend als Tennet-Tata-territory: het Wilde Westen.

Ze worden meestal Protestlied genoemd. Of Levenslied. In roerige tijden zoals, deze waarin het voortbestaan van onze complete dorpsgemeenschap eigenlijk op het spel stond gaf Bert Kisjes ze de naam: Overlevingsliederen.

Armand: rode man in het Badgastenkerkje

Zanger/gitarist/liedjesschrijver Herman van Loenhout, artiestennaam Armand zette ooit (een deel van) de toespraak van indianen-opperhoofd Seattle op muziek. In de periode dat er sprake was van de aanleg van een vliegveld voor de kust bij Wijk aan Zee waarbij het dorp plaats zou moeten maken voor hangars en aanvoerwegen kwam Armand naar het Badgastenkerkje waar we een opname maakten van zijn lied Het zien van uw steden doet pijn aan mijn ogen. Het is één van de tracks van de CD Laat de Kust met Rust. Hij heeft het liedje ook live gespeeld, tijdens de cd-presentatie in Sonnevanck.

Armand, wiens ouders van de dokter te horen kregen dat hun astmatische kind niet zo levensvatbaar was en waarschijnlijk de 20 niet zou halen, bereikte na een productief en creatief leven een leeftijd van meer dan 3×20.

JP: “Ik herinner me dat hij, in een mist van helende dampen, vertelde dat de cannabis die hij voortdurend (púúr, zonder tabak!) rookte, zijn longen ontspande en hem gezond hield. Ook was hij de eerste persoon van wie ik vernam dat hij zich om gezondheidsredenen onthield van suiker en alcohol. Substanties die Opperhoofd Seattle ook noemde in zijn beroemde toespraak, omdat het overduidelijk was dat suiker en alcoholgebruik een grote factor waren in de neergang van de indianen”.

De cd

“Ik zag uw steden en mijn ogen deden pijn. Er is geen enkele plaats om uit te rusten. De aarde behoort niet aan de mens, de mens behoort toe aan de aarde. De laatste bison die valt is niet terug te kopen. Als die geveld is wat heeft uw geld dan nog voor waarde”.

Hetzelfde denken dat vervuiling en beschadiging wil aanpakken, bedenkt ook de manieren om het zo lang mogelijk voort te laten duren

De enige manier om ‘duurzaam’ te zijn is in overeenstemming te leven met de natuur, met de wetten van het universum. Primitieve indianen hadden de connectie, dat inzicht. Wij vinden dat primitief, achterhaald. Wij zijn slimmer, beter, wij zijn Smart, wij spelen schaak, wij onderwerpen de natuur en maken haar beter.

Knappe kop

Hoe kan het dat elk levend wezen dat níet denkt en niet schaakt zoals de mens, hoe kan het dat elke plant, elk dier, elk schimmeltje dat niet behept is met verstand, gewoon doet wat wij niet kunnen: in overeenstemming leven met de natuur?

“We kunnen zeggen dat zo goed als alle problemen van de mens te wijten zijn aan het feit dat het denken niet proprioceptief is”. (niet van zichzelf bewust) David Bohm

Hetzelfde denken dat vervuiling en beschadiging wil aanpakken, bedenkt ook de manieren om het zo lang mogelijk voort te laten duren, en het is ook in de manier van aanpak dat het weer de kop op steekt.

Jacques Kloes en de indianen door Alie Blokhuis

Niemandsland

Jacues Kloes op bijzondere wijze geportrettert door Riet Molenaar. Niet eerder gepubliceerde foto.

Jaren geleden zat ik aan de bar in Sonnevanck geregeld te praten met Jacques Kloes, het boegbeeld van de Dizzy Man’s Band. Jacques maakte zich zorgen over de luchtvervuiling in ons dorp. Een van de dingen waar hij dan ook graag over sprak was de beroemde toespraak ‘Kun je de lucht bezitten?’ van Seattle, het opperhoofd van de indianenstam de Duwamish.

In deze toespraak zei Seattle als antwoord op het ‘verzoek’ van de Amerikaanse overheid – in 1854- om het land van de Indianen te kopen:
‘Hoe kun je de lucht, de warmte van het land kopen of verkopen? Als we de frisheid van de lucht en de schittering van het water niet bezitten hoe kun je die dan kopen?’

In 1980 is de toespraak opnieuw uitgegeven en ergens in mijn archief ligt nog het exemplaar dat Jacques mij eind jaren ’90 gaf. Internet was toen nog toekomstmuziek. Het is hoog tijd om deze erfenis door te geven. NIemand weet overigens wat het opperhoofd precies heeft gezegd. Hij sprak in een indianentaal, die vervolgens vertaald werd in de handelstaal van de indianen en weer iemand anders maakt er een Engels verhaal van.

Inmiddels circuleren er meerdere versies op het internet. Het is een toespraak geworden van niemand en iedereen. Het opperhoofd heeft zijn naam aan de stad Seattle gegeven. De stam zelf is op ongeveer 500 mensen na uitgestorven. Seattle voorzag het einde van zijn stam, maar hield ons wel een spiegel voor:

‘Nog een paar manen, nog een paar winters en niet een van de afstammelingen van de machtige stammen die ooit door dit wijdse land trokken, beschermd door de Grote Geest, zal nog over zijn om te rouwen bij de graven van ons volk dat eens krachtiger en hoopvoller was dan het uwe. Maar waarom zou ik rouwen om het vroegtijdige lot van mijn volk? Stam volgt stam en volk volgt volk, zoals de golven van de zee.

Onze god en uw god is dezelfde. U kunt nu wel denken dat u hem bezit, zoals u ons land wilt bezitten, maar dat kunt u niet. Hij is de god van alle mensen en zijn hart klopt evenzeer voor de rode als voor de blanke man. Deze aarde is hem lief en beschadigen van de aarde betekent zijn schepping beledigen, Jullie tijd van verval is mogelijk nog ver weg, maar hij zal zeker komen. Misschien zijn we uiteindelijk toch broers. We zullen wel zien.

Aanverwante artikelen op deze website

Disclaimer