“Beheers de wereld door niets te doen. Hoe weet ik dat? Door dit:

Des te meer restricties en verboden in de wereld,
des te armer de mensen worden.

Des te meer experts een land heeft, des te groter de rotzooi waarin het zich bevindt.

Des te ingenieuzer de vaardigen zijn
des te monsterlijker hun uitvindingen.

Des te luider de roep om gezag en orde, des te meer de dieven en bedriegers zich vermenigvuldigen.

Dus een wijze leider zou kunnen zeggen:
Ik beoefen in-actie, en het volk zorgt voor zichzelf
Ik houd ervan stil te zijn, en de mensen vinden voor
zichzelf rechtvaardigheid.
Ik doe geen zaken, en de mensen floreren uit zichzelf.
Ik heb geen behoeftes, en de mensen zelf zijn ongehakt hout.”

Fragment uit een nieuwe vertaling van de Tao Te Ching door U.K. Le Guin, eerste druk in Nederland in 1997.

De Tao Te Ching werd waarschijnlijk vijfentwintighonderd jaar geleden geschreven, wellicht door een man met de naam Lao Tzu, die rond dezelfde tijd geleefd zou hebben als Confucius. Niets van dit alles is zeker, behalve dat het Chinees is en erg oud en dat het mensen van overal vandaag aanspreekt alsof het gisteren is geschreven.