In het confucianisme – een invloedrijk ethisch en filosofisch systeem uit China, dat de leer van Confucius (551 – 479 v.Chr.) volgt-  wordt de fundamentele deugd van een mens jen genoemd dat gespeld wordt als J E N. Jen, zei Confucius, is de belangrijkste van alle deugden, hoger dan rechtvaardigheid, hoger dan beleefdheid, vriendelijkheid en het betekent ongeveer zo iets als: menselijkheid, liefde voor anderen, een hart voor de mensen hebben.

Wanneer een leider geen jen heeft, zegt het confucianisme, wordt het voor de onderdanen, de burgers moeilijker om zich menselijk te gedragen.  Een werkelijk goed mens is daarom een mens met hart voor mensen en dat betekent dat je boven alles de menselijke natuur zou moeten vertrouwen in de volledige erkenning dat de menselijke natuur zowel goed is als slecht, dat die zowel liefdevol is als zelfzuchtig.

Dankzij meditatie en mindfulness kunnen we nadelige gewoontepatronen herkennen en doorbreken en het belang zien van relaties. In onze ontmoeting met anderen kunnen we onze authenticiteit meer ruimte leren geven, waardoor we juist in samenzijn tot bloei komen.