Misschien is jou net als mij ook met de beste bedoeling aangeleerd dat je niet ‘overdreven vrijgevig’ moet zijn. Alsof het mogelijk is dat je te vrijgevig zou kunnen zijn. Alsof te grote vrijgevigheid inhoudt dat je jezelf tekort doet. Het tegendeel is waar.

Daadwerkelijk vrijgevig zijn is een opluchting. Want het verbindt je met anderen. Het bevrijdt je uit je isolement. Uit de halve waarheid / de hele illusie van het afgescheiden te zijn. Vrijgevigheid staat niet op zichzelf het is altijd gedeeld, transactioneel, in relatie met.

Wat hieronder volgt is een kans om je te primen met weldaad

En alleen al het tot je nemen van woorden die ongeveer hetzelfde betekenen als vrijgevig kan een viering zijn van onbekrompenheid, van volheid en warmte. Alsof de synoniemen heel, kalm en genereus hun eigen betekenis uitstralen: royaal, overvloedig, volop, ruim, liefdadig, gastvrij, copieus, vrijmoedig, weelderig, groothartig.

Met het lezen van deze woorden geven we onszelf een gelegenheid ons te primen met weldaad :

joviaal

rijkelijk

gul

whole-souled

voluptueus

edelmoedig

Je bent niet ontspannen zolang je iets achterhoudt

Zelfs wanneer mensen de liefde bedrijven is er terughoudendheid. Ze zijn bang om de gevarenzone te passeren als ze zich teveel geven. In hun geest gaat een alarmlampje branden: stop! Niet verder! Want alles wat ze weggedrukt hebben kan ieder moment de kop opsteken. Het klopt aan hun deur: laat ons binnen!

Stel nu eens dat je zou denken aan een vrijend stel. Het heeft iets gewelddadigs. De liefdesdaad is niet sierlijk, niet elegant. Let eens op de gezichten tijdens het bedrijven van de liefde. Het lijkt wel of de man de vrouw wil vermoorden. Doen vrouwen daarom hun ogen dicht? Mooie gezichten worden lelijk alsof ze gefolterd worden. Alsof er geen extase gevoeld wordt maar radeloze pijn.

Zelfs in liefde

Zelfs in liefde kunnen ze niet geheel ontspannen want ontspanning kan alleen onvoorwaardelijk zijn. Je bent niet ontspannen zolang je iets achterhoudt. Als je ontspant dan ontspan je voor liefde, je ontspant voor woede, je ontspant voor haat. En dan kan er best een vriend binnenwandelen of er kan ook een vijand binnenkomen. Daarom doe je de deur dicht.

En als de deur dicht is, dan is hij dicht voor vijand én vriend.

Er is veel moed nodig om dat halfslachtige te laten schieten. Er is moed nodig om totaal te leven omdat je nooit weet wat er gaat gebeuren.

Is je weleens opgevallen dat je liefde nooit zo intens is als je woede? Als je iemand haat als de pest dan haat je die echt. Als je van iemand houdt dan is je liefde maar tot zo ver, halfzacht, je stort je er nooit helemaal in. Is het je weleens opgevallen dat je mededogen krachteloos is, niet meer dan een façade, een masker of een politiek-correct zijn, maar dat je woede echt is?

Liefde is niet een kwantiteit; het is een kwaliteit. en een kwaliteit die groeit door geven en die sterft als je het vasthoudt.

Geven met gulle hand

Geven met gulle hand betekent dat je niet zodanig gevuld bent met je eigen behoeften dat je anderen niet meer opmerkt. Het betekent dat je kunt zien wat zij nodig hebben. Het niet vastzitten aan je eigen (of aan iemand anders’) behoeften is – zelfs al voordat je daadwerkelijk begint met geven- op zich al een opluchting.

Je ziet dit het duidelijkst wanneer je je in een pijnlijke situatie bevindt en niets liever zou willen dan daar van ‘weg’ te komen. Juist dit gevoel dat dingen anders moeten zijn dan zij zijn voegt pijn toe, vergroot het leed. Het boeddhisme beschouwt verlangen niet als iets slechts op zich maar maakt bewust van het risico er slaaf van te worden.

Verlangen is per definitie gemis: zolang je verlangt naar wat je niet hebt zul je nooit bezitten wat je verlangt. De geest wordt door het gevoel ‘ik heb dat daar heel erg nodig’ verlamd. Het ‘ik’ dat iets wil dat ‘daar buiten’ lijkt te zijn kan niet anders dan zich alleen voelen, geïsoleerd, afgezonderd. Daadwerkelijke vrijgevigheid kan niet afzonderend zijn.

Zonder zelf kleiner te worden,
kun je anderen doen groeien

Lao Tse

Daadwerkelijk vrijgevig zijn vereist ook niet dat je een ding geeft. Het gave is dat we allemaal de gave hebben om te kunnen geven; het kan materie zijn, gezelschap, troost, humor, zorg, vaardigheid, kalmte, zin, aanmoediging, aanwezigheid.

Vrijgevigheid / dankbaarheid voelen en tonen is een van de eenvoudigste en tegelijk krachtigste dingen die je als mens kunt beleven. Het is helend; het is heel. Van ganser harte geven wat je te geven hebt tast niet alleen je reserves niet aan, het kan zelfs van de ontvanger én de gever van het geschenk het leven redden.

Ik ben Gekke Gerritje niet

Dennis ‘de zingende vrachtwàge chauffeur’ zingt mee met het lied Gekke Gerritje geschreven door Jan Paul van der Meij in de cabine te horen in de uitvoering van Duo Carbon.

Disclaimer