WIJK AAN ZEE – Het had net zo goed overal kunnen zijn maar op vrijdagavond werd in het Badgastenkerkje een ‘denkbeeldentuin’ geopend. In de huidige tijd waarin je  de wereld veelal tot meestal bekijkt door je beeldschermpje, is een materiële beeldentuin misschien niet altijd overbodig maar sowieso wel omslachtig, kostbaar en beperkter toegankelijk dan een virtuele. Je zou ook kunnen zeggen: minder verspillend omdat zowel beeld als denkbeeld van nature meer leven in de verbeelding dan in de materie.

De aanwezigen bekeken vrijdag eerst een video waarin Peter Meester, Bert Kisjes, Merei Dekker, Serge Heman en Ronald Droog filosofische teksten lazen over opvoeding, scholing, cultuur, werk, moraliteit, oprechtheid en de serieusheid van het leven die volgens Oosterse inzichten zoals het Brahmanisme niet eens bestaat.

Wegkijken

Daarna werd het eerste beeld in de denkbeeldentuin geïnstalleerd. Dit gebeurde door een afbeelding van het denkbeeld op een scherm te projecteren en zo via het netvlies van de ogen “up te loaden” naar het interne hersen-geheugen in de hoofden van de aanwezigen. Deze werden eerst nog geattendeerd op de mogelijkheid om op het juiste moment even weg te kijken. Maar alle aanwezigen keken met belangstelling naar het beeld: een ogenschijnlijk metershoog stuk keukengereedschap met de titel ”Beschaving”.

Muziek

Na afloop bespraken de aanwezigen de video- presentatie die, zo vonden zij unaniem, met 50 minuten speeltijd aan de lange kant was. De muzikale intermezzo’s met o.a. zanger/gitarist/ leraar Theo Bos werden des te meer gewaardeerd. Covers van bekende popliedjes die gaan over scholing, opvoeding en cultuur kwamen voorbij, zoals Testament van Boudewijn de Groot, Working Class Hero van John Lennon en Kodachrome van Paul Simon.

Beschaving

“Mensen hebben een zo diepe afgunst van dieren dat zij elke manier aangrijpen om aan te tonen dat dieren ondergeschikt zijn. De basis voor deze afgunst is gelegen in de overtuiging dat dieren en met name vrij vliegende vogels geen gevoel voor verantwoording hebben. Zij jagen, nestelen, planten zich voort zonder te berekenen hoe zij dat voor elkaar krijgen. Net zoals mensen ademen, horen, en hun haar laten groeien. Zij denken niet na over morgen terwijl de zelfbewuste en zelf-critiserende mens die met zijn doelbewustheid tenminste voor een deel controle heeft over zijn acties, s’ nachts wakker kan liggen over belangrijke beslissingen of zichzelf kan berispen voor fouten die hij gemaakt heeft.
De individuele mens is voortdurend in strijd met zichzelf, zich afvragend of hij wel attent genoeg is, de juiste beslissing heeft genomen, niet teveel betaalt en of hij zichzelf wel genoeg onder controle heeft.

Hoe meer hij zijn innerlijke conflict weet te pushen ten gunste van zijn rationele ego, des te beschaafder hij zichzelf vindt. Beschaving wordt dus bereikt door het geweld van de mens tegen zichzelf. Dit reflecteert zich in het bestraffen van zijn kinderen, honden en paarden en in de brute en subtiele gemenigheid die hij toebrengt aan schavuiten die minder succesvol en minder sluw en slinks zijn. Steeds vaker zeggen wetenschappers dat de mens nu zijn toekomstige evolutie in eigen hand (oftwel in de hand van het ego) leggen. Hij moet niet langer vertrouwen op de grillen van de “natuurlijke selectie”. Maar degene die zulke dingen zegt lijkt zich niet helemaal te realiseren dat op deze manier steeds meer dwang en geweld nodig is tegen de afwijkende krachten binnen het individu en binnen de maatschappij.

De  aspiratie om de evolutie te sturen is ook de aspiratie om te zijn “als God”, en dus – omdat dit is hoe Westerlingen Goed zien: om dictator van de wereld te zijn.
Wij werken vaak vanuit de (vaak stilzwijgende) aanname dat de rationele ego een vreemdeling is een indringer in de fysieke wereld, die een conceptuele en ideële orde vertegenwoordigt die noodzakelijkerwijs in conflict is met de chaotische complexiteit van de natuur. Maar wanneer deze boven-natuurlijke aanname in het daglicht wordt bekeken is deze niet echt geloofwaardig, omdat wij ook geloven dat bewustzijn en intelligentie door spontane evolutie zijn ontstaan en zich manifesteren door middel van neurologische systemen die we tot op heden niet helemaal begrijpen.”

De Westerse mens ziet zichzelf als een praktisch iemand die “resultaten” wil zien. Hij is ongeduldig met theorie en met elke discussie die niet heel snel leidt tot een concrete toepassing.
Dit is waarom het gedrag van de Westerse beschaving over het algemeen omschreven kan worden als ‘veel ophef over niets’.

De juiste betekenis van “theorie” is niet nutteloos speculeren maar visie, en met recht  kan gezegd worden dat ´waar geen visie is de mensen zullen verkommeren´ Maar visie in deze zin betekent niet dromen en idealen voor de toekomst. Het betekent besef van het leven zoals het is, van wat wij zijn en van waar we mee bezig zijn. Zonder zulk besef is het ronduit belachelijk om te praten over praktisch zijn en resultaten behalen. Dat is dan zoiets als druk doende zijn in een dikke mist: je loopt alleen maar steeds rondjes. Je weet niet waar je naartoe gaat, noch welke resultaten je werkelijk wilt.

“For if we do not know even how we manage to be conscious and intelligent, it is most rash to assume that we know what the role of conscious intelligence will be, and still more that it is competent to order the world.”
― Alan W. Watts

Voor ‘praktisch’ denkende geesten lijkt dit misschien allemaal te theoretisch. Leuk en aardig deze ideeën, maar werken ze ook?
Dan komt de vraag op: Wat bedoel je met werken? De gebruikelijke proef of een filosofie werkt is of het mensen beter maakt en gelukkiger, of het resulteert in vrede, samenwerking en voorspoed. Toch is dit een betekenisloos criterium als “theoretisch” begrip ontbreekt. Wat versta je onder geluk? Waar zijn “betere” mensen beter voor? Op welk terrein wil je samenwerken? En vrede en voorspoed wat wil je daarmee doen?

“Vaak wordt aangenomen dat ‘ecology’ de aankondiging is van het eind van moderniteit, de definitieve breakdown van het moderne vertrouwen, het vereffenen van de rekeningen tussen de geëxploiteerde natuur en de uitbuitende samenleving. ‘Ecology’ toont de rampen die veroorzaakt worden door excessen en de beperktheden van het moderne: vervuiling van twee eeuwen industrialisatie; overbevolking mogelijk gemaakt door technologische vooruitgang, virussen en bacteriën die zich vernieuwen en sterker maken  als reactie op de medische wetenschap die ze eigenlijk wilde vernietigen. Tegelijk is een andere ecologische ‘les’ dat de bio-industrie uiteindelijk onze relatie heeft ontwricht met dat wat er nog over is van ons platteland.

Via de media vertelde ‘de wetenschap’ verhalen vol van heroïsche speculatie, de golf van doorbraken die de drijvende kracht waren achter sociale en politieke ontwikkeling. Al deze kleinere verhalen samengevoegd in de ‘grand narrative’, of zoals Kundera het noemde ‘De Grote Mars’.

De-legitimering begint wanneer dit grote verhaal niet meer iedereen overtuigt. Niemand kan de roadmap vinden voor de volgende etappe van De Grote Mars. Zeker, veel mensen hadden de hele tijd al twijfel. Maar wie heeft nu nog het oude gevoel van vooruitgang? ‘De Grote Mars’ heeft zijn credibility verloren.

In deze diagnose hebben wij meer verloren dan alleen een goed verhaal. We zijn beroofd van een gemeenschappelijke wereld, zonder de verenigende en legitimerende kracht van de grote narratieven van speculatie en emancipatie. De moderne wereld werd zowel bij elkaar gehouden als gerechtvaardigd door een voortschrijdend narratief. 
‘Ecologie’ vertelt een nieuw verhaal over de moderne wereld; een verhaal dat onze perceptie verandert van wetenschap, technologie en vooruitgang.” (passage uit ecologie en het eind van postmoderniteit door G. Myerson. 2000.)

Resultaten

De gebruikelijke proef of een filosofie werkt is of het mensen beter maakt en gelukkiger, of het resulteert in vrede, samenwerking en voorspoed. Toch is dit een betekenisloos criterium als “theoretisch” begrip ontbreekt. Wat versta je onder geluk? Waar zijn “betere” mensen beter voor? Op welk terrein wil je samenwerken? En vrede en voorspoed wat wil je daarmee doen?

Het antwoord op deze vragen hangt geheel af van wat wij zijn en wat wij nu eigenlijk willen. Wanneer we bijvoorbeeld tegelijkertijd vrede willen en geïsoleerdheid, broederschap en veiligheid voor ‘ik’, geluk en duurzaamheid, dan zijn onze wensen tegenstrijdig.

De resultaten hiervan, hoe praktisch we ook zijn in om die te behalen, zullen verdere contradicties zijn. Wanneer we nationalisten willen wezen en een soeverein land willen zijn, dan kunnen we niet tegelijk ook verwachten dat er wereldvrede komt. Als we alles voor de laagst mogelijke prijs willen krijgen dan kunnen we niet de beste kwaliteit verwachten, de balans tussen die twee is middelmatigheid.

Als wij zo graag moreel superieur willen zijn dan hoort zelfingenomenheid daar onvermijdelijk bij. Als we ons vastklampen aan God of welke religie dan ook, dan kunnen we op dezelfde manier niet ook geloof hebben. Want geloof is niet vastklampen maar loslaten. Wanneer we besloten hebben wat we nu eigenlijk willen, blijven er inderdaad vele praktische en technische problemen. Maar het heeft geen enkele zin om daarover te praten voordat we weten wat we willen.

“It’s perfectly Obvious that the whole world is going to hell. The only possible chance that it might not is that we do not attempt to prevent it from doing so.” Robert Oppenheimer

“Het is voor compulsieve wereldverbeteraars moeilijk te zien dat de grote economische,- sociale,- en milieuproblemen van de wereld niet kunnen worden opgelost met alleen maar inspanning en techniek. De buitenstaander kan niet zomaar binnenvallen zoals Sinterklaas en alles even rechtzetten – in het bijzonder het soort outsider die wij zijn, die vergeten is dat hij een geheel is met de wereld.

Het kan onthutsend zijn om gewaar te worden dat onze beste inspanningen voor burgerrechten, internationale vrede, bescherming van natuurlijke voorraden , instandhouding van de natuur en hulp voor de hongerenden in de wereld-hoe urgent ze ook zijn, eerder kapot maken dan dat ze helpen zolang ze met de huidige mentaliteit worden uitgevoerd.

Zeker zullen ze de korte opleving van energie en hoop geven die
pepmiddelen zoals methedrine bij  vermoeidheid en uitputting  kunnen geven. Maar vrede kan alleen maar gemaakt worden 
door degenen die vredig zijn en liefde kan alleen worden getoond door hen die liefhebben. 

Geen werk van liefde kan opbloeien vanuit schuld, angst of een leeg hart. Net zoals plannen voor de toekomst niet gemaakt kunnen worden door degenen die niet de capaciteit hebben om nu te leven.

De echte en verbazingwekkende rust van mensen als Lao Tse (Chinese dichter/filosoof) bestaat in hun bereidheid en welwillendheid schaamteloos datgene te doen wat er van nature opkomt in alle omstandigheden. Het ongelooflijke resultaat hiervan zou zijn dat zo iemand vele malen socialer en beschaafder is dan de persoon die op rigoureuze wijze probeert te leven volgens wetten en leuzen.